Nieuws
Vijf procent niet-biologisch eiwitvoer blijft toegestaan
In biologisch voer voor pluimvee en varkens mag tot 31 december 2017 vijf procent niet-biologisch eiwitvoer zitten. Dit meldt Skal. Afgelopen jaren heeft Wageningen UR samen met het Louis Bolk Instituut onderzoek gedaan naar 100 procent biologisch voer.

Artikel 43 van Verordening 889/2008 bepaalt dat het maximumpercentage niet-biologisch eiwitvoer voor het voeren van varkens en pluimvee per periode van twaalf maanden vijf procent bedraagt. Dit was vastgesteld voor de kalenderjaren 2012, 2013 en 2014. Deze periode is verlengd met drie jaar. Het maximumpercentage van 5 procent blijft dus toegestaan in 2015, 2016 en 2017.
Onderzoek naar 100 procent biologisch
Het Louis Bolk Instituut is samen met Wageningen UR in 2012 het Europese project ICOPP gestart. In dit project hebben zij zich gericht op de problemen waarmee varkens- en pluimveehouders te maken krijgen als ze aan de toekomstige eis van 100 procent biologisch voer voor varkens en pluimvee moeten voldoen. Tot 2014 mogen varkens- en pluimveehouders nog een klein deel gangbare grondstoffen in het voer hebben. Deze uitzondering blijft nog gehandhaafd tot 2018.
Stapsgewijs naar maximaal biologisch
Ook de komende jaren zal gezocht worden naar economisch aantrekkelijke voerstrategieën. Hierbij zal de nadruk liggen op biologische grondstoffen die geproduceerd zijn in Europa in plaats van het importeren van niet biologische eiwitbronnen uit andere werelddelen. Stapsgewijs zal het percentage biologische grondstoffen in de rantsoen omhoog gaan.
Meer informatie
- Belangrijkste resultaten (in Engels) van het Europese project ICOP
- Naar 100% Europees biologisch voer
- Pluimvee op 100% biologisch voer
Contact
Pluimvee: Monique Bestman, Louis Bolk Instituut, m.bestman@louisbolk.nl en Marinus van Krimpen, Wageningen UR Livestock research, marinus.vankrimpen@wur.nl
Varkens: Herman Vermeer, Wageningen UR Livestock research, herman.vermeer@wur.nl